Schuift het besluit door naar de provincie?


We hebben de schriftelijke vragen en antwoorden van het college gelezen over de opvang aan de Achterweg. Daaruit komt een duidelijk patroon naar voren: het college presenteert zich vooral als uitvoerder van een taakstelling. Steeds weer klinkt het: “wij moeten dit doen, want het is afgesproken in Holland Rijnland en vastgelegd in de Spreidingswet.”


Wat je ziet gebeuren, is dat het college het plan voor opvang en woningbouw aan de Achterweg bewust koppelt aan het programma Landelijk Gebied & Duurzame Greenport (LGDG). Dat programma wordt dit najaar – waarschijnlijk in oktober – bij de provincie ingediend.

Op die manier schuift het college de discussie een niveau omhoog: van lokaal naar regionaal/provinciaal. Formeel heeft de raad nog wel een bindend adviesrecht, maar zodra de provincie het LGDG vaststelt, wordt het Achterweggebied onderdeel van een groter provinciaal plan. Daarmee komt de speelruimte voor de gemeenteraad in de praktijk onder druk te staan.

Het college presenteert dit als het uitvoeren van een taakstelling vanuit de Spreidingswet en tegelijk als een logische invulling binnen de LGDG. Zo ontstaat er een dubbele laag van druk: “we moeten dit doen van het rijk” én “het staat straks in een provinciaal programma.”

De uitkomst: de kans dat de raad nog wezenlijk kan bijsturen, wordt steeds kleiner. En precies dát is de politieke finesse van deze route: door het Achterwegplan in het LGDG te verankeren, houdt het college zelf de regie en wordt verzet van de raad of inwoners grotendeels buitenspel gezet.

Reacties

Populaire posts van deze blog