Tulpen krijgen een aai, koeien een schop



Het is lente in Nederland, en twee werelden botsen zonder dat iemand het doorheeft. In Koeienkolder vecht boer Bertus tegen de stikstofhamer van de overheid, terwijl in de Bollenstreek teler Kees zijn tulpen koestert alsof het goud is. Beiden kampen met problemen, maar de aanpak? Die is dag en nacht verschil – en dat zegt iets over wat we als samenleving écht belangrijk vinden.

Bertus, een veeboer met een stal vol koeien en een hart vol trots, kreeg de rekening van de stikstofcrisis gepresenteerd. Strenge regels dwongen hem te krimpen of te stoppen. De overheid kwam met een deal: 1,2 miljoen euro om zijn koeien de deur uit te doen en de uitstoot te halveren. “Slikken of stikken,” zei de ambtenaar met zijn clipboard. Bertus mokte – “Wie melkt er dan?” – maar tekende toch. Nu staat zijn stal te koop, en komt de melk uit Denemarken. Het beleid is keihard: een stok (regels) en een wortel (geld), met een duidelijk doel: minder stikstof, koste wat kost.

Honderd kilometer verderop lacht Kees zich een kriek. Zijn Bollenstreek draait op 11.000 arbeidsmigranten, die in lekkende schuren en overvolle caravans wonen. De gemeente zeurt over huisvesting, bewoners mopperen over busjes en afval, en toch gebeurt er… niets rigoureus. Geen bulldozers, geen uitkoopregelingen. Kees kreeg een subsidie om “iets te doen” aan de woonchaos, kocht een caravan met een tulpsticker en noemde het opgelost. “Ze willen dat ik doorga,” grijnst hij, “zolang de Keukenhof maar blijft shinen.” Het beleid? Een zachte aai over de bol, geen schop onder de kont. Tulpen zijn te mooi, te lucratief, te Nederlands om aan te pakken.

Maar wacht eens even. Wat heeft nou écht meer impact op ons dagelijks leven: stikstof of die migranten? Stikstof dwingt boeren tot een reset, maar de gemiddelde burger merkt er weinig van tot de bouw stilvalt. Arbeidsmigranten daarentegen zie je overal: volle huizen in Noordwijk, busjes in Hillegom, spanningen met buren die “die Polen” zat zijn. Ze houden de sierteelt draaiende, maar tegen een prijs: uitbuiting, woningnood, en een sociale kloof die groeit met elke onverzekerde huisartsbezoeker. Landelijk praten we over 500.000 tot 700.000 migranten – een footprint die dieper snijdt dan 12.000 stoppende boeren. Waarom krijgt stikstof dan een miljardenoperatie en migranten een pleister?

Het antwoord is simpel én frustrerend. Stikstof heeft een vijand – vee – en een oplossing: minder koeien, meer geld. Rechters en EU-regels dwingen actie, en het klimaatverhaal verkoopt zichzelf. Migranten zijn een grijs gebied: ze zijn nodig, maar lastig. Ze raken werk, wonen, welzijn, en emoties – veel complexer dan ammoniak in de lucht. De Bollenstreek uitkopen om af te komen van migranten kán – denk aan subsidies voor robots of een flexarbeidplafond – maar wie betaalt dat? En wie durft de exportkampioen tulpen op te offeren? Niemand. Dus pappen we en houden we nat, terwijl Bertus zijn koeien kwijtraakt en Kees zijn plukkers propt in een schuur met een tulp op de deur.

Op de Landbouwborrel keek Bertus naar Kees. “Bij ons is het kappen of cashen, bij jou gooien ze geld om je te pamperen.” Kees haalde zijn schouders op: “Jij bent een stikstofzondaar, ik een toeristenmagneet.” De barkeeper zuchtte: “Beleid, hè? De een krijgt een schop, de ander een bloemetje.” En zo blijven we koeien slopen en tulpen strelen.

#noordwijk #noordwijkerhout #lisse #keukenhof #hillegom #bollenstreek

Reacties

Populaire posts van deze blog